Het was oktober 2013 en ik zat aan de eettafel bij mijn ouders. Al een aantal maanden liep ik af en toe hard en ik kon inmiddels makkelijk 10 kilometer aaneengesloten lopen. Het hardlopen kwam ter sprake tijdens het eten en voordat ik het wist, ging het over hardloopevenementen en of ik daar niet een keer aan mee moest doen. Het zette mij aan het denken en aan het einde van de avond was ik ingeschreven voor een halve marathon. De CPC in Den Haag.
Waarom een halve marathon?
Toen ik begon met hardlopen, was iedere keer een stukje verder komen mijn motivatie. Toen ik mij dus ging inschrijven voor een wedstrijd, wilde ik een afstand kiezen die buiten de afstand lag die ik tot dan toe had gelopen. Zo kwam ik uiteindelijk uit op een halve marathon.
De voorbereiding
Van de voorbereiding kan ik mij niet veel meer herinneren. Op dat moment had ik nog geen horloge, dus ik liep met mijn telefoon in een band om mijn arm. Meestal had ik dus geen idee van de afstand en snelheid. De rondjes liep ik altijd een beetje hetzelfde en op hetzelfde tempo. Wel liep ik in het weekend meestal een stukje verder. Dat was dan 12, 14 of 16 kilometer.
Er is één loopje die mij altijd bij zal blijven in de voorbereiding op mijn eerste halve marathon. Het was op een donderdag en ik hoefde niet naar school. Ik besloot een langer stuk te gaan lopen en begon gewoon lekker te rennen. Dit loopje ging zo lekker dat ik maar gewoon door bleef lopen. Na 16.5 kilometer stopte ik de activiteit op mijn telefoon en zag ik dat ik 4:58 gemiddeld per kilometer had gelopen. Mijn verwachting had ik overtroffen hiermee en ik begon een beetje te rekenen richting een eindtijd. Waarom dit loopje mij bij zal blijven, zul je zo wel terugzien in de eindtijd van mijn eerste halve marathon.
De CPC halve marathon
Het was zondag 9 maart 2014 en het zonnetje scheen. Het was – zoals zovaak tijdens de CPC – een van de eerste lekkere lentedagen van het jaar. De temperatuur was goed genoeg, dus trok ik een korte broek en een shirtje aan.
Op het Malieveld at ik nog een banaantje en kreeg ik de laatste aanmoedigingen van mijn ouders. Toen was het tijd om naar het startvak te lopen. Onervaren als ik was, had ik mij met een langzame tijd ingeschreven dus startte ik in een vak ergens ver achteraan. En zo stond ik aan het Malieveld in een startvak. Voor het eerst in een startvak met een startnummer opgespeld. Mijn eerste hardloopwedstrijd werd dus meteen een halve marathon. De muziek zorgde voor een vrolijke stemming en ik keek mijn ogen uit naar alle medelopers die van start gingen. Richting de startstreep en toen kon het avontuur echt beginnen.
Langzaam passeerde ik de startstreep en ik had geen idee wat mij te wachten stond. Nu ik eraan terugdenk, werd er niet echt een trechter toegepast bij de start en was het in het startvak achterin dus een drukte van jewelste. Dat is eigenlijk kenmerkend geweest voor het eerste deel van die halve marathon. Van het tempo van mijn trainingen was helemaal niets meer te herkennen en zo liep ik de eerste 5 kilometer in ruim 29 minuten en de tweede 5 kilometer in 28,5 minuut. Met zulke tussentijden zou er nooit een goede tijd uitkomen, maar goed mijn minimale doel was binnen de twee uur finishen.
Lopen op onbekend terrein, op een onbekende afstand
Het was voor mij vooral enorm genieten tijdens het lopen. Als ik er nu aan terugdenk, had ik toen nog steeds geen horloge om en had ik niet eens een telefoon mee. Alleen de uitslag op internet is het echte bewijs dat ik deze halve marathon heb gelopen (en de medaille natuurlijk). Van Strava had ik toen nog nooit gehoord.
Omdat ik niets bij mij had om te kijken hoe snel ik ging, bleef ik maar lekker op mijn gemakje doorlopen. Na 9 kilometer werd het wel wat minder druk en ging ik dus wel iets sneller. Het mooiste moment wat mij bij is gebleven is de allereerste keer dat ik de pier bij Scheveningen opdraaide. Als je daar de bocht omdraait zie je al mensen wandelen en zie je het omhoog gaan. Het is het zwaarste, maar ook mooiste stuk van de CPC voor mij.
De finish
De laatste paar kilometer liep ik wel op een constant tempo, maar ik kan mij herinneren dat ik het zwaar vond. Het was voor mij onbekend terrein, omdat ik nog nooit zo ver had gelopen. Af en toe kwam ik een klok tegen en wist ik ongeveer welke tijd ik liep, maar zeker weten, deed ik het niet. Uiteindelijk kwam ik over de finish na 1 uur 58 minuten en 55 seconde. Maar net binnen de 2 uur dus, waar ik eigenlijk wel een beetje van schrok.
Het was fantastisch om een keer een halve marathon gelopen te hebben. Toen ik de tussentijden terugzocht, kwam ik erachter dat ik iedere 5 kilometer sneller ben gaan lopen. De dag erna kan ik mij wel herinneren dat ik enorme spierpijn had, maar dat ik zo trots was dat dit het voor mij meer dan waard was.
Na al die jaren hardlopen, staat mijn halve marathonteller in de dubbele cijfers, maar het blijft voor mij een bijzondere afstand om te lopen.