Zaterdagavond, 25 september 2021. In mijn hotelkamer ben ik druk bezig met het opspelden van mijn startnummer voor de marathon van Berlijn. Na het invullen van het medisch paspoort op de achterzijde ben ik begonnen met de veiligheidsspelden. Zo’n startnummer recht op het shirt krijgen is nog lastiger dan het lijkt. Zeker als je het al anderhalf jaar niet meer hebt gedaan.
De week van de waarheid
Die laatste week voor een marathon kun je niet veel meer doen. Alle trainingen zijn gedaan en het is zaak om geen gekke dingen meer te doen. Voor mij stond de laatste week in het teken van alle laatste dingetjes regelen. Zo nam ik de hele reisplanning nog een keer door en bekeek ik met de mensen de mij kwamen supporten naar de punten waar ze konden staan. En toen was het op vrijdag dan echt tijd om op te trein te stappen richting Berlijn.
Na een goede nachtrust was het op zaterdag tijd om het startnummer op te halen. Met het startnummer in mijn bezit kon ik de rest van de dag rustig aan doen op de hotelkamer. Op tijd naar bed dus om goed uitgerust wakker te worden op de zondag.
De marathon van Berlijn 2021
Het startterrein is zo’n 15 minuten wandelen vanaf mijn hotel. Op tijd vertrek ik en loop ik in de meute richting de ingang. Massale evenementen zoals deze kunnen weer, maar het is nog niet helemaal hetzelfde als voorheen. Denk aan mondkapjes, polsbandjes en nog wat andere maatregelen. Daarom ben ik lekker vroeg op het startterrein.
Na de laatste voorbereidingen geef ik mijn spullen af en vervolg ik mijn weg richting de startvakken. Voordat ik in mijn startvak ga staan, loop ik eerst nog even langs een dixi voor een zenuwplasje. De elite lopers starten om 9:15 uur en 20 minuten is het tijd voor de tweede startgolf. En dan is het tijd voor mijn startvak om richting de startstreep te lopen.
3,2,1 GO
Na 20 minuten wachten klinkt dan ook voor ons het startschot. Eindelijk ben ik na ruim 2 jaar wachten gestart aan de Marathon van Berlijn.
Na een paar honderd meter stuit ik al op het eerste probleem. Ik moet weer naar de wc. Eerst denk ik het op te kunnen houden, maar na een kilometer merk ik dat dit niet de oplossing gaat zijn voor de komende uren. Ik besluit om – net als wat andere lopers – snel even naar de bosjes te lopen aan de zijkant van de weg.
Hardop tel ik de secondes die ik stil sta, zodat ik daar rekening mee kan houden met mijn tussentijden. Tussen de 15 en 20 tellen verlies ik aan dit bosjesbezoek, maar het lucht wel op. Snel vervolg ik mijn weg en probeer ik mijn 5:15 – 5:20 tempo weer op te pakken.
Na de tweede kilometer staan mijn ouders al voor het eerst aan te moedigen. Nadat ik even gezwaaid heb, probeer ik echt te concentreren op een constant tempo.
De eerste 22 kilometer
Het plan is heel duidelijk. Alle kilometers tussen de 5:15 en 5:20 en iedere 7km een gelletje. Waterpunten komen aan het begin om de 5 kilometer en daar moet ik verplicht drinken.
Al snel vind ik een comfortabel tempo en dit kan ik ook goed vast houden. Op de grond is een blauwe lijn getekend. Dit is de ideale racelijn om te lopen. Ik probeer hier dichtbij te blijven lopen, zodat ik niet teveel overbodige meters maak.
Het is een warme dag in Berlijn. De eerste paar kilometer merk ik hier nog niet zoveel van, omdat het parcours daar beschut is. Na een kilometer of 7 verandert dit en kom ik in de zon te lopen. Na mijn eerste gelletje merk ik dat om mij heen mensen al beginnen te wandelen. Niet echt motiverend, maar ik probeer de focus te houden op mijn eigen tempo.
Op 22 kilometer staan mijn ouders en oom en tante weer en daar werk ik naar toe. Zij staan hier met een fles water en nog wat extra gelletjes. Het is een mooi richtpunt om naar toe te werken. Het tempo blijft stabiel en daar ben ik erg blij mee. Ik voel mij goed en loop dus lekker door. De temperatuur is inmiddels wel al opgelopen, dus ik moet goed gaan opletten dat ik op tijd mijn tempo laat zakken als het te warm wordt.
Daar staan mijn ouders weer! Ik voel mij nog steeds helemaal fris, dus ik pak snel water en gelletjes aan. het voordeel van dat mijn ouders hier staan is dat ik 2 waterpunten over kan slaan. Om te kunnen drinken bij waterpunten, moet ik iedere keer een seconde stil gaan staan om te drinken uit een bekertje. Daarna moet ik weer opnieuw op gang komen. En hoe verder je in een marathon komt, hoe lastiger dat opnieuw op gang komen wordt. Ik was vergeten hoe lastig dit is in een wedstrijd.
En toen was het 24 graden
De eerste kilometers nadat ik mijn ouders had gezien, verliepen soepel. Het tempo had ik weer opgepakt en ik liep lekker door. In mijn hoofd bleef maar rondgaan hoe bijzonder het was dat ik weer een marathon liep. Het parcours was fantastisch en er was zoveel om te zien. Er was ook veel publiek op de been wat het plaatje compleet maakte.
Na een kilometer of 25 merkte ik dat het beter was om van mijn tempo af te gaan wijken. Ik besloot om een stapje terug te doen en meer te focussen op een 5:30 tempo. De eerste paar kilometers die volgde liep ik nog iets sneller, maar daarna kwam ik ongeveer op dat tempo terecht.
Het werd een veldslag op het parcours rond het 30 kilometer punt. Bijna iedereen begon te wandelen en de ene na de andere ambulance kwam voorbij. Ik probeerde mij niet te laten afleiden en vervolgde mijn tocht richting de finish. Het aftellen kon ook beginnen en zo tikte het aantal kilometer te gaan van 12 langzaam richting de 0.
De laatste loodjes
Al minutenlang was ik aan het aftellen naar het 36 kilometer punt. Hier stonden mijn ouders en oom en tante weer voor een laatste fles water en natuurlijk aanmoedigingen voor de laatste kilometers. Mijn bovenbenen waren inmiddels loodzwaar en het werd een echte strijd – zoals een marathon hoort te zijn.
Precies toen ik mijn ouders in de verte zag voelde ik een krampachtig gevoel opkomen in mijn bovenbenen. Hierop moest ik snel beslissen wat ik eraan ging doen. Ik koos ervoor om de fles water te pakken, zo’n 20 seconde stevig door te wandelen om vervolgens het tempo weer op te pakken.
De laatste 6 kilometer waren vooral zwaar en warm. De resterende afstand opknippen in stukjes werkte goed. Het tempo liet ik nog iets terug zakken tot 5:40 per kilometer. Met mezelf sprak ik af om van 36 tot 39 kilometer door te lopen om daar bij de waterpost weer 15 seconde te lopen met veel water en dan vanaf daar door te lopen naar de finish.
Inmiddels waren er meer mensen aan het wandelen dan aan het hardlopen, maar ik kwam aan bij het 39 kilometer punt en daar dronk ik voor het laatst wat water om klaar te zijn voor het laatste stuk richting de finish. Het laatste gelletje had ik al 2 kilometer eerder geprobeerd te nemen, maar die kreeg ik er echt niet meer in.
De laatste 3 kilometer van de marathon van Berlijn. Dit zijn de kilometers waar ik zo lang naar had uitgekeken. Niet alleen de afgelopen maanden, maar ook de afgelopen uren en vooral de afgelopen kilometers. De laatste paar kilometer bracht mij langs de mooiste plekken in Berlijn, maar ik had nog maar oog voor één ding: de Brandenburger Tor. Hier moest ik onderdoor om de laatste paar honderd meter te lopen naar de finish.
Finish
De temperatuur tikte inmiddels de 25 graden aan en ik verlangde naar de finish, een medaille, schaduw en water! De laatste kilometer kon ik nog iets versnellen. Gedragen door het publiek liep ik onder de Brandenburger Tor door richting de finish. Over de uitgerolde blauwe loper liep ik over de finish mat en finishte ik na 3 uur 50 minuten en 16 seconde. Finish, klaar, geschafft!
Top prestatie !!
Leuk Sjors nog wat meer inside information. Was top om er getuige van te zijn.
Mooi geschreven Sjors, aantal zaken die je beschrijft zijn zo herkenbaar!
Nu goed uitrusten en je plannen weer gaan maken!
Top Sjors
Mooi verslag Sjors!
Gewoon kippenvel hoor tijdens het lezen. Prachtig geschreven!
Wat ben je toch een topper! Kippenvel