Van verdedigend lopen naar aanvallend lopen

Nu ik last heb van een blessure, heb ik meer tijd om te reflecteren op het afgelopen hardloopjaar. Naast dat ik meer ben gaan lopen in omvang, bij een vereniging ben gaan lopen en ik meer snelheid heb gekregen, merk ik ook dat ik anders loop. Wanneer ik een wedstrijd/testloop doe, val ik nu echt de afstand aan. En dat is weleens anders geweest.

Wat ik bedoel te zeggen

Hoe ik het moet noemen, weet ik niet. Voor nu heb ik het maar even aanvallend en verdedigend genoemd. Ik zal het proberen uit te leggen. Voor de coronashitzooicurrymelurie uitbrak, liep ik met enige regelmaat een halve marathon. Eigenlijk liep ik ze altijd in een negatieve split en soms eindigde dat in met PR. Toen ik begin dit jaar met een 1:45 pacer mee liep tijdens een halve marathon, waarvan ik van te voren dacht dat het ambitieus zou zijn, kwam ik er tijdens het lopen achter dat dit niet het geval was. Ik liep makkelijk van hem weg en liep weer een enorme negatieve split. 

Het tempo waarvan ik dacht dat het bij mij het maximaal haalbare was, bleek het absoluut niet te zijn. Dit merkte ik toen ik van de zomer allerlei testloopjes deed op kortere afstanden. Ik kwam er achter dat ik altijd heb hardgelopen op een verdedigende manier. Geen risico lopen, altijd de finish halen en dan in de laatste kilometers nog wat tijdwinst eruit persen. Heel verdedigend lopen eigenlijk dus. 

In de aanval

Een negatieve split lopen is leuk, maar hoe weet je dan of het echt het maximale is wat er in zit? Met die gedachte begon ik deze zomer aan een aantal testloopjes. Ik merkte dat ik sneller was en nam dus ambitieuze tijden in mijn hoofd mee om te lopen. Het resulteerde in heel vlak gelopen pr’s op verschillende afstanden. Voorafgaand vond ik het spannend om in dat specifieke tempo te starten, omdat het een snelheid was die ik nog helemaal niet gewend was. Dit jaar ben ik op iedere afstand minuten sneller geworden, wat ik ook echt te danken heb aan deze aanvallende manier van lopen.

Het verschil

Het grote verschil zit dus in de manier hoe ik mijn loopjes opbouw. Waar ik voorheen voorzichtig begon om snel te eindigen, probeer ik nu zo constant mogelijk te lopen. En dat heeft goed gewerkt! Het is wel een stuk spannender om op een hoog tempo te starten, maar door meer te lopen heb ik ook meer vertrouwen in wat er in mij zit.

Het beste voorbeeld

Niet dat ik met die andere testloopjes niet blij was hoor, maar met de halve marathon, probeerde ik een pr te lopen op een afstand die ik al zo vaak had gelopen. En zoals ik daar eerder al over schreef wilde ik daar een tempo van 4:30 per kilometer aanhouden. Voor het eerst vond ik het spannend om direct vanaf de start een tempo aan te nemen. Maar uiteindelijk heeft dit perfect gewerkt. 

De tijden die ik de afgelopen periode heb gelopen, komen dus niet alleen door een betere conditie en goede training. Het is ook een mindset verandering geweest. 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *